Wij gebruiken cookies

DON gebruikt cookies om bijvoorbeeld de website te verbeteren en te analyseren. Als u meer wilt weten over deze cookies, raadpleeg onze cookieverklaring

Cookies accepteren Instellingen aanpassen

Alles over bètacellen

image

Als je diabetes type 1 hebt (of iemand met deze ziekte kent) heb jij vast weleens van bètacellen gehoord. Deze cellen spelen namelijk een belangrijke rol in het ontstaan van diabetes type 1. Maar wat doen deze bètacellen precies? En welke rol spelen ze in de ontwikkeling van nieuwe behandelingen?

Wat zijn bètacellen en wat doen ze?
Bètacellen zijn cellen in de alvleesklier die insuline produceren. Dat is een hormoon dat je lichaam nodig heeft om de bloedsuikerspiegel te reguleren. Als de hoeveelheid glucose (suiker) in je bloed stijgt, komen de bètacellen direct in actie. Ze geven de eerder geproduceerde insuline af en beginnen meteen met het produceren van nieuwe voorraden. Zo zorgen ze ervoor dat de bloedsuikerspiegel in balans blijft. Als je geen diabetes type 1 hebt, tenminste. Want bij diabetes type 1 gaat er in dat proces iets mis.

Waar zitten de bètacellen in het lichaam?
De bètacellen bevinden zich in de alvleesklier (ook wel pancreas genoemd), waar ze deel uitmaken van de zogenaamde ‘eilandjes van Langerhans’. Dat zijn groepjes opeengehoopte cellen die verschillende hormonen produceren. De eilandjes zijn vernoemd naar de Duitse onderzoeker Paul Langerhans, die ze in 1869 ontdekte.

Er bevinden zich miljoenen eilandjes van Langerhans in de alvleesklier. Toch vormen ze gezamenlijk slechts een klein deel van de alvleesklier. Dat komt doordat de eilandjes enorm klein zijn. Ze hebben namelijk een gemiddelde diameter van 0,3 mm en zijn dus kleiner dan de meeste zandkorrels! In totaal bestaat slechts 1 tot 3% van de alvleesklier uit eilandjes van Langerhans. De rest van het orgaan houdt zich bezig met de productie van de spijsverteringssappen waarmee je lichaam voedsel verteert.

In de eilandjes bevinden zich naast de insulineproducerende bètacellen ook alfacellen (die glucagon produceren) en enkele andere celtypes, met uiteenlopende functies. Wel vormen bètacellen verreweg het grootste deel van de eilandjes: ongeveer 80% bestaat uit deze “insulinefabriekjes”.

Waarom bètacellen niet werken bij diabetes type 1
Bètacellen produceren insuline en spelen dus een belangrijke rol in het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Maar als je diabetes type 1 hebt, gaat er daarbij iets mis. De bètacellen raken beschadigd, waardoor ze geen insuline meer kunnen produceren. Dat komt door een vergissing van je immuunsysteem. Dat denkt namelijk ten onrechte dat de bètacellen schadelijke indringers zijn, en vernietigt ze. Je lichaam probeert wel nieuwe bètacellen te maken, maar ook die worden telkens weer aangevallen. Het immuunsysteem heeft namelijk een goed geheugen.

Ook diabetes type 2 ontstaat trouwens door een probleem met de insulineproducerende bètacellen, maar dat heeft een andere oorzaak. Diabetes type 2 heeft niets met het immuunsysteem te maken. 

Waarom valt het immuunsysteem de bètacellen aan?
Het is niet helemaal duidelijk waarom het immuunsysteem van mensen met diabetes type 1 de bètacellen aanvalt. Er bestaan verschillende wetenschappelijke theorieën over, maar tot nu toe weet niemand het helemaal zeker. Aanvullend onderzoek is daarom van groot belang. Als wetenschappers de oorzaak van diabetes type 1 achterhalen, kunnen ze de ziekte beter begrijpen. Met die kennis kunnen ze diabetes type 1 hopelijk op termijn genezen.

Behandelingen met bètacellen
In sommige gevallen kunnen artsen nieuwe bètacellen geven aan iemand met diabetes type 1, waardoor het lichaam zelf weer kleine hoeveelheden insuline produceert en de ziekteklachten kunnen afnemen. Dat kan tot nu toe op twee manieren: door een gedoneerde alvleesklier te transplanteren, of door eilandjes van Langerhans (pakketjes met bètacellen) uit gedoneerd alvleesklierweefsel te halen en in te brengen bij de patiënt.

Tekort aan bètacellen voor behandelingen
Op dit moment komen alleen mensen met zeer ernstige vormen van diabetes type 1 in aanmerking voor een transplantatie. Dat is deels omdat de voordelen moeten opwegen tegen de nadelen. Transplantaties kunnen namelijk zeer ingrijpend zijn. Daarnaast is er een groot tekort aan bètacellen voor behandelingen.

Het probleem is dat artsen bètacellen op dit moment alleen uit gedoneerde alvleesklieren kunnen halen. Het aantal behandelingen hangt daardoor af van het aantal orgaandonoren, en dat zijn er nog altijd te weinig. Per jaar zijn er ongeveer 250 gedoneerde alvleesklieren beschikbaar, waarmee artsen rond de 40 transplantaties van bètacellen (los of in een volledig orgaan) kunnen uitvoeren. En dat terwijl er jaarlijks in Nederland zo’n 2000 mensen met diabetes type 1 bijkomen. Er zijn dus lang niet genoeg bètacellen beschikbaar zijn om op grote schaal diabetes type 1-patiënten te kunnen helpen.

Tekort aan bètacellen voor onderzoek
Er zijn niet alleen te weinig gedoneerde bètacellen beschikbaar voor behandelingen van mensen met diabetes type 1, maar ook voor de onderzoekers die deze behandelingen verder willen verbeteren. Wetenschappers werken hard om nieuwe en betere technieken te ontwikkelen die transplantaties effectiever en minder ingrijpend maken. Zo worden behandelingen met nieuwe bètacellen voor veel meer mensen met diabetes type 1 een mogelijkheid. Maar voor dit onderzoek hebben wetenschappers wel genoeg bètacellen nodig. Waar halen ze die vandaan?

Bètacellen kweken uit stamcellen

Het zou een enorme stap vooruit zijn in de strijd tegen diabetes type 1 als artsen en onderzoekers zelf bètacellen zouden kunnen kweken in een laboratorium. Dan zijn ze namelijk niet meer afhankelijk van orgaandonaties. Het lastige aan bètacellen kweken is echter dat deze cellen niet kunnen vermenigvuldigen zonder dat daarbij de insulineproductie beschadigd raakt. Een mogelijke oplossing voor dit probleem? Innovatief onderzoek met stamcellen!

Wat zijn stamcellen?
Stamcellen zijn jonge, onvolgroeide cellen die in verschillende soorten cellen kunnen veranderen tijdens hun groei. Welk celtype dat is, hangt af van de signalen die ze ontvangen. Je lichaam vertelt de cellen namelijk met specifieke hormonen en eiwitten in welk type cel ze moeten veranderen. Een groot voordeel van stamcellen: ze vermenigvuldigen met gemak.

Stamcelonderzoek (diabetes type 1)
Onderzoekers zijn al in staat om stamcellen, met behulp van speciale technieken, te veranderen in gezonde, insulineproducerende bètacellen. Op dit moment wordt er hard gewerkt aan technieken om op grote schaal nieuwe bètacellen te kunnen produceren. Maar de ontwikkeling van deze technieken kost veel tijd en geld. DON financiert onder andere wetenschappers die onderzoek doen naar het kweken van bètacellen uit stamcellen, zodat op den duur meer patiënten met diabetes type 1 geholpen kunnen worden met een transplantatie.

Nog meer informatie over bètacellen vind je op diabetes.nl