Uitleg over diabetes type 1 voor kinderen
Als kind kun je diabetes type 1 krijgen. Dat is een vervelende ziekte, zeker als je jong bent. Je moet jezelf namelijk iedere dag een spuitje insuline geven. Zo zorg je ervoor dat je je minder ziek voelt. Dat spuitje doet bijna geen pijn, maar het kost natuurlijk wel wat tijd. Bovendien moet je goed nadenken over wanneer je eet, speelt, en uitrust. Hieronder lees je meer over diabetes type 1. We leggen in kindertaal uit wat diabetes type 1 is, hoe je weet of je het hebt, en waarom mensen het soms suikerziekte noemen.
Diabetes type 1, wat is dat?
Diabetes type 1 is een ziekte die te maken heeft met de hoeveelheid suiker in je bloed. Dokters noemen die suiker vaak ‘glucose’. Als je diabetes type 1 hebt, zit er vaak te veel of te weinig suiker (of glucose) in je bloed. Dat is niet zo goed, want de hoeveelheid suiker – die dokters je suikerwaarde noemen - moet zo veel mogelijk in balans zijn. Je lichaam regelt dat normaal zelf. Om de hoeveelheid suiker in je bloed in balans te houden, gebruikt je lichaam het stofje ‘insuline’. Als je diabetes type 1 hebt, maakt jouw lichaam bijna geen, of helemaal geen, insuline meer aan. Daarom moet je jezelf iedere dag insuline geven, en op die manier je suikerwaarde normaal houden. Diabetes type 2 bestaat trouwens ook, maar dat is een andere ziekte dan diabetes type 1.
Leven met diabetes type 1
Als je diabetes type 1 hebt, kom je daar niet meer vanaf. Er bestaat namelijk nog geen geneesmiddel dat de ziekte wegneemt. Wel kun je ervoor zorgen dat je je zo min mogelijk ziek voelt. Dat doe je door jezelf dagelijks een spuitje met insuline te geven. Zo zorg je ervoor dat je bloedsuiker niet te hoog is.
Verder moet je iedere dag zo goed mogelijk letten op wat je doet. Want de momenten waarop jij eet, speelt, sport of slaapt, bepalen hoeveel insuline jij nodig hebt. Best veel werk om bij te houden. Maar wel heel belangrijk, want zo blijf je gezond. Je dokter kan je uitleggen wat je precies moet doen.
Hoe oud ben je als je diabetes type 1 krijgt?
Diabetes type 1 kan op iedere leeftijd ontstaan, maar het komt vaker voor als je jong bent. Meer dan de helft van de mensen met diabetes type 1, krijgt de ziekte voordat ze 18 jaar oud zijn. In Nederland hebben ongeveer 10.000 kinderen diabetes type 1. Gek genoeg worden dat er langzaam steeds meer. Ieder jaar wordt bij meer kinderen diabetes type 1 ontdekt. Waarom dat zo is, weet niemand zeker. Dokters doen hun best om dat raadsel op te lossen.
Als je jong bent, is het extra belangrijk om diabetes type 1 op tijd te behandelen met insuline. Dan ben je namelijk nog volop in de groei. Daardoor kun je later als je groot bent meer last krijgen van je gezondheid. Maar als je op tijd weet dat je de ziekte hebt en jezelf insuline geeft, is die kans minder groot.
Hoe eerder jij weet dat je diabetes type 1 hebt, hoe beter. Dan kun je er namelijk wat aan doen en voorkomen dat je heel ziek wordt. Gelukkig merk je het waarschijnlijk snel. Je gaat je namelijk plotseling heel ziek voelen. Je bent moe, slap en misselijk. Je ziet wazig. Je valt in korte tijd veel af. En je krijgt enorme dorst en moet veel plassen. Als je deze klachten herkent, moet je snel naar je dokter gaan. De dokter kan snel en makkelijk uitzoeken of jij diabetes type 1 hebt.
Diabetes type 1 of suikerziekte?
Diabetes type 1 wordt soms ‘suikerziekte’ genoemd. Dat is best een verwarrende naam. Zo lijkt het namelijk alsof de ziekte komt doordat je te veel suiker eet. Maar dat klopt niet. Diabetes type 1 heeft de bijnaam suikerziekte omdat er bij deze ziekte vaak te veel suiker in je bloed zit. Dat komt niet door het eten van suiker, maar door een foutje van je immuunsysteem. Veel mensen noemen de ziekte daarom liever ‘diabetes type 1’.