Wij gebruiken cookies

DON gebruikt cookies om bijvoorbeeld de website te verbeteren en te analyseren. Als u meer wilt weten over deze cookies, raadpleeg onze cookieverklaring

Cookies accepteren Instellingen aanpassen

“Ik wist soms niet wat ik met mezelf aan moest”

image

Op de basisschool zat Fee Meeuwissen (17) in de klas bij een jongen met diabetes type 1. “Als hij erover vertelde, dacht ik: ik zou er niet mee kunnen leven als ik dat had.” Dat niets minder waar was, bleek toen Fee zelf zes jaar geleden de diagnose diabetes type 1 kreeg. “Het meest schokkend is de gedachte dat ik de rest van mijn leven met deze ziekte zal moeten leven.”

De diagnose kwam voor Fee op een ingewikkeld moment. “Ik stond aan het begin van de puberteit en ging bijna naar de middelbare school. Het was dus een fase waarin veel veranderde, en toen kwam de diagnose er ook nog bij. Dat was niet makkelijk. Maar het schokkendst vond – en vind – ik de gedachte dat ik de rest van mijn leven diabetes type 1 heb. Het is niet zo dat als ik nu goed mijn best doe, ik over vijf jaar genezen ben. Het gaat nooit meer over, tenzij onderzoekers een manier vinden om de ziekte te genezen. Alles wat ik kan doen, is mijn diabetes een plek geven en accepteren. Dat heb ik inmiddels grotendeels gedaan. Maar, ik draag het altijd met me mee.”

Hechte familieband

Koolhydraten tellen en zoeken naar de juiste hoeveelheid insuline – na de diagnose moest Fee een heel nieuwe structuur in haar leven aanbrengen. “Het is voor mij het fijnst als ik elke dag hetzelfde eet en precies weet wat ik ga doen, maar dat is natuurlijk niet realistisch. Vooral aan het begin van de puberteit vond ik de nieuwe situatie lastig. Soms vervloekte ik mijn ziekte en wist ik niet wat ik met mezelf aan moest. Dan deed ik alsof de diabetes er niet was en zei ik tegen familie en vrienden dat ik insuline had gespoten, terwijl dat niet zo was. Maar daar had ik alleen mezelf mee: ik werd moe en voelde me slecht. Gelukkig zag ik uiteindelijk in dat die houding niet goed voor me was.”

In deze moeilijke periode vond Fee steun bij haar familie. “Mijn ouders en broer betekenen veel voor me en ik kan altijd op ze terugvallen. De diagnose heeft onze band alleen maar versterkt, want we hebben sindsdien veel meegemaakt. Zo werd ik een paar jaar geleden met spoed opgenomen in het ziekenhuis vanwege een ernstige hypo. Ik had ’s avonds paardrijles, at nadat ik thuiskwam een groot stuk meloen en spoot daarna insuline. Te veel, zo bleek achteraf. Die nacht werd mijn moeder wakker omdat ze iets hoorde, en toen ze bij mij ging kijken lukte het haar niet om me wakker te krijgen. Ze belde direct de hulpdiensten en ik ben met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Daar werd ik de volgende ochtend wakker, zonder te weten wat er was gebeurd. Dat was natuurlijk schrikken! Voor mij, maar ook voor mijn ouders. In de periode die volgde, hielden ze me strenger in de gaten. Dat zorgde voor spanningen in ons gezin, want ik had het gevoel dat ik mezelf steeds moest verantwoorden. Toch begreep ik hun houding ergens ook wel, want het is niet niks om een kind met diabetes te hebben.”

Fee Meeuwissen

‘Iedereen doet het op zijn eigen manier’

Nu ze ouder is, slaagt Fee er beter in om haar ziekte een plek te geven. “Ik realiseer me steeds vaker dat iedereen op zijn eigen manier omgaat met diabetes en dat dat prima is. Ook lukt het me nu beter om positief te denken en me te focussen op de dingen die goed gaan. Zo loop ik momenteel stage bij Haaratelier Mari van de Ven in Den Bosch, en daar heb ik het erg naar mijn zin! Ik vind het heerlijk om bezig te zijn met haar, make-up en schoonheid, en het biedt afleiding wanneer ik het moeilijk heb. 

Ik weet dat er altijd momenten zullen zijn waarop mijn waarden niet goed zijn, maar dat hoort erbij. Bovendien kent iedereen momenten waarop hij of zij even niet weet wat te doen. Dat geldt voor iedereen, ook voor mensen zonder diabetes! Ondanks dat ik het natuurlijk niet leuk vind dat ik deze ziekte heb, heb ik gelukkig nooit het idee gehad dat ik ergens in word belemmerd. Ik ben ervan overtuigd dat als ik iets echt graag wil, het me lukt!”