Wij gebruiken cookies

DON gebruikt cookies om bijvoorbeeld de website te verbeteren en te analyseren. Als u meer wilt weten over deze cookies, raadpleeg onze cookieverklaring

Cookies accepteren Instellingen aanpassen

“Het is belangrijk om je ziekte te erkennen en er niet voor weg te lopen”

image

Robert-Jan Peters was 33 toen hij in 2009 de diagnose diabetes type 1 kreeg. Zijn baan als makelaar kan hij over het algemeen goed combineren met zijn diabetes, mede door steun van collega’s. Hij heeft dan ook een belangrijk advies voor anderen: “Laat de mensen in je omgeving weten dat je diabetes hebt, zodat je er niet alleen voor staat.”

“Mijn werkweek bestaat vooral uit afspraken op kantoor, werk achter de computer en het voeren van overleg”, vertelt Robert-Jan. “Als makelaar kan ik een regelmatig ritme aanhouden, en dat is heel belangrijk om mijn suikerniveau op peil te houden. Toch lukt dat in de praktijk niet altijd. Vaak houd ik me aan het begin van de dag goed aan mijn planning, maar wijk ik er in de loop van de dag steeds meer vanaf. Dan eet ik te weinig of te laat, waardoor ik in de knoei kom met mijn energieverbruik. In  et ergste geval krijg ik een hypo en heb ik geen eten bij me om mijn bloedsuikerspiegel weer te laten stijgen.”

Hypo

In geval van een hypo is de bloedsuikerspiegel te laag, waardoor er verschijnselen optreden die variëren van zweten, trillen en duizeligheid, tot bewusteloosheid. Op de lange termijn zorgen hypo’s voor een verhoogd risico op complicaties. Daarom is het belangrijk om ze, indien mogelijk, te voorkomen. Voor Robert-Jan geldt dat hij een hypo voelt aankomen en dus vaak op tijd kan handelen. “Als ik merk dat ik licht zenuwachtig word en mijn concentratie vermindert, weet ik dat er een hypo opkomt. In zo’n geval heb ik tien tot vijftien minuten de tijd om snel iets te eten voordat ik echt in de problemen kom. Er ontstaat langzaam een soort draaikolk van gedachten, waardoor ik de controle kwijtraak. Ik weet dan niet meer waar ik ben en wat ik doe. Na een tijdje lukt het me niet meer om te praten en kan ik anderen dus ook niet uitleggen wat er nodig is om het op te lossen.”

Robert-Jan Peters

Steun van collega’s

Om hypo’s op kantoor zoveel mogelijk te voorkomen, heeft Robert-Jan een aantal collega’s verteld dat hij diabetes type 1 heeft. Zij weten precies wat ze kunnen doen als hij een hypo heeft. “Mijn collega’s snappen wat diabetes inhoudt en dat ik voldoende moet eten om mijn suikerspiegel op peil te houden. Zo heeft één collega een geheime voorraad chocola op kantoor liggen  waarvan alleen ik weet waar die ligt. Op momenten dat ik dringend suiker nodig heb, mag ik altijd zijn voorraad opeten. Een andere collega heeft heel proactief gehandeld toen ik een hypo kreeg tijdens een vergadering. Hij merkte dat ik incoherent begon te praten en heeft me direct mee naar buiten genomen om iets te eten te kopen. De winkel ligt maar tweehonderd meter van ons kantoor, maar op dat moment leek het mijlenver. Ik ben met mijn hand op zijn schouder naar de winkel gestrompeld. Zonder zijn hulp had ik dat niet gered.”

Hoewel een hypo nooit gelegen komt, komt het soms wel érg ongelukkig uit. Robert-Jan: “Ik ben onderweg naar huis een keer in de file terechtgekomen, terwijl ik erop rekende op tijd thuis te zijn om te kunnen eten. Op dat moment wist ik dat mijn suikerniveau te laag dreigde te worden als ik niet snel iets zou eten. Daarom ben ik over de vluchtstrook naar een benzinestation gereden om een reep chocola te kopen. Helaas werd ik daarbij klemgereden door een vrachtwagenchauffeur omdat hij dacht dat ik de file wilde omzeilen! Dat zijn natuurlijk niet de leukste momenten.”

Deel van het leven
Ondanks het feit dat hij dagelijks zijn bloedsuikerspiegel in de gaten moet houden, voelt Robert Jan zich niet anders dan anderen. “Het klinkt misschien gek, maar ik leef nu zo lang met diabetes dat het bijna ‘normaal’ voelt. Natuurlijk is het behoorlijk ingrijpend, want ik moet de hele dag letten op mijn energieverbruik en op wat ik eet, maar ik beschouw het als onderdeel van mijn leven. Dat werkt naar mijn mening het beste, omdat het je leven anders volledig beheerst. Tegelijkertijd is het belangrijk om de ziekte te erkennen en er niet voor weg te lopen, anders maak je het jezelf alleen maar moeilijk. Die boodschap wil ik ook aan anderen meegeven: verstop je niet voor diabetes, en laat je omgeving weten dat je het hebt. Zo sta je er niet alleen voor als het een keer misgaat. Juist door er open over te zijn en goed op je bloedsuikerwaarde te letten, kun je de langetermijngevolgen van diabetes type 1 zoveel mogelijk voorkomen.”